OVER ZAKKERS, STREPEN EN STRAK LAKKEN: DIT ZIJN DE MEEST GESTELDE VRAGEN AAN ONZE SCHILDERS

Een schilderproject - van kastje tot kozijn - valt 9 van de 10 keer tegen. Je bent er veel langer mee bezig dan gedacht en het resultaat… het had beter gekund, zullen we maar zeggen. Zonde van je tijd én geld, terwijl het echt niet de moeilijkste klus is. Volgens onze schilders dan hè. We hebben de meest gestelde vragen aan LAB projectleider en meesterschilder Ralph voorgelegd. Met een handig lijstje met verftips, do’s en don’ts als resultaat.

Foto links: LAB wallpaint Arabic Desert no. 710 en LAB binnenlak Nigiri no. 286 (deuren, plinten, kozijnen en plafond). Foto rechts: LAB wallpaint Nude Cashmere no. 312 en LAB trapcoating Intensive Moss no. 76. Interieur: Joey Jaq. Fotografie: Lotte van Uittert. 

MAT, ZIJDEGLANS OF HOOGGLANS: WELKE VERF KIES JE?

'De keuze voor een glansgraad is vooral een individuele keuze: het is maar net wat je mooi vindt. Binnenlak wordt vaak zijdeglans toegepast en voor buitenlak is hoogglans de meest gekozen glansgraad. Maar je kunt het ook praktisch bekijken, want er zitten qua uitstraling en onderhoud best wat verschillen tussen hoogglans, zijdeglans en matte verf.' 

  • Hoogglans, of gloss, reflecteert bijna als een een spiegel en daardoor zijn oneffenheden in de ondergrond goed te zien. Doordat er veel licht wordt gereflecteerd, zorgen oppervlaktes met hoogglans verf er wel voor dat kleine ruimtes groter lijken. Het geeft veel kleurdiepte. Ideaal in een smalle woonkamer of gang. Hoogglans verf is veel gladder, hierdoor blijft er minder snel vervuiling achter op het oppervlak én is het eenvoudiger te reinigen. Zo gaat de verf langer mee. Zeker voor buiten is dat een groot voordeel: bij een stevige regenbui wordt vervuiling er dan namelijk grotendeels afgespoeld. 
  • Zijdeglans, of satin, zit precies tussen hoogglans en mat in en is dan ook de meest gekozen glansgraad voor binnen. Het reflecteert meer licht dan matte verf, heeft een uitnodigend effect en zijdeglans verf is bovendien goed schoon te houden. Daardoor is de verf eigenlijk voor iedere ruimte in huis geschikt. 
  • Matte verf verzacht het licht en geeft daardoor een gevoel van intimiteit. Er is weinig reflectie en dat maakt een matte verf of kalkverf ideaal om meer sfeer te creëren in een ruimte. Doordat de glansgraad van matte verf het dichtst in de buurt komt van muurverf,  is matte verf ideaal voor ton sur ton-effect. Matte verf is ook ideaal om onregelmatigheden te verdoezelen: deze vallen gewoonweg minder op. Een nadeel van matte verf is dat je er sneller krassen en vlekken op ziet. Het is ook minder goed schoon te maken en daarom minder geschikt voor in de keuken en andere plekken die vlekgevoelig zijn.  
Foto links: LAB binnenlak Silk Dreamer no. 194 (plafond en houtwerk) en LAB wallpaint Spider Mum no. 310. Foto rechts: LAB binnenlak Silk Dreamer no. 194 (houtwerk), LAB wallpaint Spider Mum no. 310 (wand boven deur) en Beach Walk no. 415 (wanden hal). Interieur: Rachel Siwaletti (@dehuismuts). Fotografie: Lotte van Uittert.

KWAST OF ROLLER, WAARMEE KRIJG JE HET MOOISTE RESULTAAT?

Ik zeg roller, daarmee kun je de verf gelijkmatiger verdelen. Schilderen we de buitenkant, dan wordt bij oude huizen vaak een afwerking met de kwast gewaardeerd. Binnenshuis gebruiken we eigenlijk altijd een roller. 

HOE MAAK JE DE ONDERGROND GOED SCHOON?

‘Wil je gaan lakken, dan is schoonmaken minimaal zo belangrijk als schuren. Het is noodzakelijk om de ondergrond eerst goed te ontvetten met verfreiniger en een spons voor de juiste hechting van de verf. LAB verfreiniger is voor binnen en buiten, en zorgt voor een goed hechtende ondergrond als basis om te gaan schilderen. Dit ontvet de ondergrond en heeft, wanneer je hiervoor de groene zijde van de spons gebruikt, ook al een etsende werking.’ 

WELK SCHUURPAPIER GEBRUIK JE ALS JE GAAT LAKKEN?

Is de oude verflaag nog helemaal in tact? Dan hoef je alleen de bestaande verflaag op te schuren met fijn schuurpapier, even ontvetten met verfreiniger en dan kun je meteen gaan schilderen. Maar is je verflaag slecht, dan moet je eerst grof gaan schuren om deze laag weg te halen. Omdat je grover schuurt, maak je ook grovere krassen en die haal je met wat fijner (middel) schuurpapier weg. Daarna ga je gronden en als je dat hebt gedaan, dan schuur je met heel fijn schuurpapier om de grondverf te matteren. Dán pas ga je aflakken.' Je schuurt in het geval van een slechte verflaag dus met 3 verschillende soorten schuurpapier:

  • Grof is P40-P60-P80  
  • Middel is P100-P120-P150-P180
  • Fijn is P220-P240-P280 en P320  

'En goed om te weten: tussen de groftes onderling mag nooit meer dan 80 punten zitten. Dus begin je met P80, dan naschuren met P150 en daarna met P220.’

Foto links: LAB wallpaint en binnenlak Frozen Cocktail no. 27 (wanden en kast) en LAB binnenlak Bumblebee no. 872 (kozijn). Foto rechts: LAB binnenlak Pastel Paradise no. 210 (deur), LAB wallpaint Masala Chai no. 31 (wanden) en LAB binnenlak Forest Green no. 277 (kast). Interieur: Mandy Woelkens. Fotografie: Lotte van Uittert. 

IS GRONDVERF OF EEN PRIMER ALTIJD NODIG?

‘Nee, als de bestaande verflaag nog helemaal goed is, dan is dit eigenlijk jouw grondverf. Je hoeft hem dan alleen maar te reinigen met verfreiniger en spons, en op te schuren. Daarna kun je gaan aflakken. Heb je een ondergrond die slecht is en die je eerst kaal moet maken, dan heb je de grondverf echt nodig voor hechting én dekking. Ga je van kleur veranderen, dus van licht naar donker of van donker naar licht? Dan zal een laag grondverf ervoor zorgen dat je veel sneller naar de eindkleur gaat. Je kunt tegenwoordig grondverf in kleur laten mengen, dat is veel makkelijker.’ 

KIES IK VERF OP WATERBASIS OF TERPENTINE BASIS?

‘Binnenshuis gebruiken we altijd verf op waterbasis, dit is ook bij LAB het geval. Schilders mogen binnen sowieso niet werken met terpentine, omdat daar oplosmiddelen in zitten die schadelijk kunnen zijn. Buitenverf voor kozijnen, deuren en ramen is wel bijna altijd op terpentinebasis. Met deze verf kan een hogere glansgraad worden behaald en daardoor gaat de verf langer mee en kan het tegen een stootje. Ideaal voor kozijnen en deuren die bloot worden gesteld aan weer en wind. De bindmiddelen en pigmenten van deze verven zorgen er ook voor dat de ondergrond beter beschermd is tegen vocht en dat de verf minder snel droogt. Hierdoor kan de verf beter ‘vloeien’ dan verf op waterbasis.'  

'De bindmiddelen van LAB buitenlak zijn voor meer dan 50% herwinbaar. Denk hierbij aan plantaardige oliën en vetzuren, in plaats van aardolie. Een mooie stap richting meer duurzame buitenverf.' 

Foto links: LAB wallpaint en binnenlak Amaze no. 535 (wanden en planken). Foto rechts: LAB wallpaint Calm Mood no. 155 (wand bij trap), LAB wallpaint en binnenlak Nude Cashmere no. 312 (wanden en plint slaapkamer) en referentiekleuren LAB wallpaint, binnenlak en trapcoating White Ice no. 39 (trap, plafond en balken). Interieur: Isa Hoes. Fotografie: Lotte van Uittert.

IN HOEVEEL LAGEN MOET JE NORMAAL GESPROKEN HOUTWERK SCHILDEREN?

‘Het is slim om altijd twee lagen te schilderen, dat geeft een mooiere reflectie van de kleur en glans.’

HOE KRIJG JE EEN GLAD EFFECT EN VOORKOM JE STREPEN, DRUIPERS EN ZAKKERS? EN WAT ALS HET TOCH MISGAAT?

'Bij het aanbrengen van verf is een gelijkmatige laagdikte het belangrijkste. Want een ongelijkmatige laagdikte zorgt voor druipers of zakkers.' Hoe je een gelijkmatige laagdikte voor elkaar krijgt? Dit is de tactiek van Ralph:  
  1. Opzetten 
  2. Verdelen 
  3. Afstrijken 
  4. Niet meer aankomen

‘Je zet verf altijd op met een roller of kwast in verschillende banen naast elkaar, daarna ga je het verdelen. Dat verdelen zorgt ervoor dat de laagdikte overal zo gelijkmatig mogelijk is.’ Op die manier voorkom je zakkers, maar ook banen en strepen. Tijdens de ‘niet meer aankomen’-fase gaat de verf rusten en vloeit hij over in elkaar. ‘Maar dat kan alleen maar als ie gelijkmatig is aangebracht. En van boven naar beneden schilderen als het even kan.’ 

Toch een druiper of zakker gesignaleerd? Dan is het zaak geduld te hebben en eerst de verf te laten drogen. ‘En dan ook echt doordrogen totdat ook de zakker droog is. Daarna kun je het wegschuren. Doe je dat eerder, dan beschadig je je hele ondergrond en moet je misschien plamuren om het netjes te krijgen. Geduld is een schone zaak.’ 

Foto links: LAB binnenlak Eigen Kleurkeuze S0520-R10B (lichtroze kozijn), LAB wallpaint Eigen Kleurkeuze S0560-Y40R (oranje wanden hal), LAB wallpaint Royal Mauve no. 637 (wand slaapkamer) en LAB binnenlak Pure Black no. 50 (kozijn slaapkamer). Foto rechts: LAB binnenlak Eigen Kleurkeuze S0520-R10B (lichtroze deur, plafond en houtwerk) LAB wallpaint Royal Mauve no. 637 (wanden). Interieur: Pien Stieglitz (@pienstieglis). Fotografie: Lotte van Uittert.

WAAROM LAAT IK LOSSE KWASTHAREN ACHTER TIJDENS HET SCHILDEREN? 

'Een goede kwast is echt heel belangrijk: hoe beter de kwaliteit, des te meer haren erin zitten, hoe beter ze gebonden zijn en hoe beter ze vastgelijmd zijn. ‘Losse haren komen voort uit slechte productie, niet door de manier van schilderen. Een goedkope kwast kan nu eenmaal niet duurzaam worden gemaakt.’ 

En nog een tip van Ralph: 'Haal een nieuwe kwast altijd even over een schuurpapiertje heen voordat je 'm gaat gebruiken, dan blijven eventuele loszittende haren daaraan hangen.' 

Foto links: LAB wallpaint Fluffy Cheetah no. 255 (wand) en LAB binnenlak Hunter no. 192 (kast). Foto rechts: LAB wallpaint exterior en buitenlak Valentine no. 609 (gevel en kozijn), LAB binnenlak Fabulous Saffron no. 446 en Copperhead no. 29 (plantenbakken). Kast, gevel en plantenbakken: @pand.96.

WAT ALS ER TOCH EEN HAAR IS ACHTERGEBLEVEN IN DE VERF?

Laat de haar een week of twee zitten, een verflaag wordt namelijk dunner door verdamping van het oplosmiddel (water of terpentine) en in die twee weken komt de haar steeds meer aan het oppervlak te liggen. Daarna kun je hem met een beetje geluk zo weghalen. ‘Ga je al eerder prutsen, dan beschadig je de verflaag. Geduld is wederom een schone zaak. Zie je de haar meteen zitten als de verflaag nog heel nat is, dan kun je ‘m ook met een dun mesje eruit vissen.’ 

Foto links: LAB wallpaint en binnenlak Silent Cinnamon no. 25 (wanden, plafond en plinten). Foto rechts: LAB wallpaint en binnenlak Velvet Fudge no. 380 (wanden, plafond en plinten). Interieur: Kim Kötter. Fotografie: Lotte van Uittert.

HOELANG BLIJFT MIJN GEVERFDE DEUR OF KOZIJN MOOI IN DE LAK? 

‘Dat hangt af van verschillende factoren: staat het object veel in de zon of juist niet, is het een lichte kleur of juist donker? Dat bepaalt grotendeels of een kleur doffer wordt of zijn glans verliest. Ook kunnen lichte kleuren bij terpentine verdunbare verven gaan vergelen als er te weinig licht op valt.’  

Bonustip: maak de gehele buitenkant van je huis minimaal één keer per jaar helemaal schoon. Dan staat je huis er altijd mooi bij, verleng je de levensduur van het schilderwerk aanzienlijk en zie je eventuele gebreken in je schilderwerk tijdig, zodat je die meteen bij kan werken. 

LAB buitenlak Frosted Sand no. 374 (gevel en kozijnen) en Avocado Club no. 840 (ramen en deur). Interieur: VanFabien (@van_fabien). 

LEES OOK: BUITENKANT VAN JE HUIS SCHILDEREN: TIPS VOOR EEN PERFECT RESULTAAT 

SCHILDER JE EERST DE MUUR EN DAN HET HOUTWERK OF PRECIES ANDERSOM?

‘De makkelijkste werkvolgorde is in mijn beleving eerst het houtwerk en dan de muren. Bij raamkozijnen of deurkozijnen zit altijd een klein randje aan de zijkant tegen de muur en eigenlijk is dat randje het lastigste om te schilderen.’ Deze volgorde is volgens Ralph het handigst:   
  1. Voorbewerken kozijn 
  2. Zet deze eventueel helemaal in de grondverf 
  3. Schilder dan de muren 
  4. Lak het houtwerk als laatste, zo kan je dat kleine randje goed afwerken, desnoods met de hand

KUN JE OOK EEN ANDERE ONDERGROND DAN HOUT MET HOUTLAK LAKKEN?

‘Zeker, met grondverf of multiprimer als tussenlaag kun je alles aflakken. Die tussenlaag zorgt namelijk voor goede hechting op bijvoorbeeld kunststof en metaal.’ 

‘Een aluminium locker kun je bijvoorbeeld niet meteen schilderen, omdat de verf dan niet hecht. Maar verander je de ondergrond met een multiprimer, dan krijg je een goede hechting  en kun je er houtlak op aanbrengen. Een multiprimer is echt ideaal, want die ‘bijt’ zich vast aan de ondergrond. Mits je natuurlijk eerst reinigt met verfreiniger en spons, en daarna licht opschuurt.’ 

Foto links: LAB wallpaint en binnenlak Orange Barista no. 117 (wanden en plint) en LAB binnenlak Oh My Gosh no. 779 (kozijn). Interieur: Mandy Woelkens. Fotografie: Lotte van Uittert. Foto rechts: LAB binnenlak Racing Riksja no. 54. Kast: @pand.96.

LIEVER LUI DAN MOE?  

Het lakverf verwerkingspakket bevat alle benodigde verwerkingsmaterialen voor het aanbrengen van lakverf binnen of buiten. Met het juiste advies en gebruik van de geadviseerde verwerkingsmaterialen kun je lakverf zelf eenvoudig verwerken. Beschikbaar met of zonder benodigheden voor de voorbehandeling. 

STRAK IN DE LAK MET LAB:

 Auteur: Monique van Beekhoven

LEES OOK:


Hinterlassen Sie einen Kommentar

Bitte beachten Sie, dass Kommentare vor der Veröffentlichung freigegeben werden müssen